zaterdag 21 juni 2014

Te araroa : deel 4 : Qeenstown - Bluff. (het eindpunt)


Dag allemaal,

Op woensdag, 26 februari, begin ik aan het laatste deel van de Te Araroa. Eerst wandel ik 8 km naar Queenstown waar ik volgens de gids een watertaxi over het meer naar het vertrekpunt kan nemen. Helaas blijkt dit al verouderde informatie te zijn. Je moet nu rond het meer wat een omweg is van 90km.
Eerst lift ik naar een dorpje Glenorchy en vandaar heb ik brengt een busje me naar het vertrekpunt.

Dit deel noemt de Greenstone track naar de Mavora Lakes. Nu ben ik echt uit de bergen en ik verwacht dat het  gemakkelijker zal zijn. De eerste dag is het inderdaad een breed goed onderhouden pad dat maar licht op en af gaat in het bos. Ondanks het mindere weer geniet ik er wel van.
Het wordt ook een leuke avond in de hut met 2 Nederlandse collega's. Ze zijn operatie-assistenten. Ook Seya is er. Een Israelisch meisje dat ook met mij in de bus zat en waar ik het goed mee kan vinden.
Later proberen we nog eens af te spreken maar helaas mislukt.

De hele volgende week zal gekenmerkt worden door slecht weer. Gevolg van de uitlopers van een tropische storm die lelijk heeft huisgehouden op het Noord-eiland. Mijn weersvoorspelling zijn beter dan die van Casper, een Deense wandelaar, en zo win ik een pintje met een weddenschap maar ik zie hem nooit meer dus ook geen pintje.

Ik ontmoet ook Julie en Glenn, een Nieuw-Zeelands koppel. Julie heeft net als ik heel het zuid-eiland gedaan. Glenn wandelt de laatste 3 weken met haar. Hun beiden zal ik nog een week lang regelmatig tegenkomen. Onze eerste nacht in een hut wordt al dadelijk eentje om te herinneren. Helaas niet voor goede redenen. Het is koud maar juist boven het vriespunt en in een hut zonder kachel is dit allesbehalve leuk maar het creëert wel een band.
De volgende nacht breng ik door een hut met 4 jagers die allemaal een heerlijke biefstuk vlak voor mijn neus  opeten. Ik moet het doen met het traditionele droge trekkingsvoedsel. Het doet je wel iets als je ze zo smakelijk ziet eten.
Nog een dag later kom ik na urenlange tocht  in de regen doornat aan in de hut. Hier brandt gelukkig wel vuur en ik geniet ervan. We zijn hier met 6 TA wandelaars en de sfeer is opperbest.
Sommigen vertrekken heel vroeg in de hoop het slechte weer voor te zijn maar het is ijdele hoop. Het wordt de slechte dag van de hele tocht. Eerst moet ik een rivier oversteken waar je natuurlijk natte schoenen aan overhoudt. Dit is zeker geen uitzondering want de helft van de tocht zijn je schoenen nat. De mijne zijn daardoor volledig versleten met in elke schoen meerdere gaten. Zelfs gewoon dauw maakt mijn voeten al nat. Het erge nu is wel dat het vriest en even later is er zelfs smeltende sneeuw gedurende meerdere uren.
Hier ben ik niet tegen opgewassen en ik al snel besluit ik te liften. Ik moest zo wie zo al liften om naar het volgende dorp te geraken waar ik eten kan kopen. Dit dorp Te Anau ligt ca 60km van de track af. Ik verlaat het pad gewoon eerder en begin dan te liften. Gelukkig heb ik binnen 20min een lift.
Onderweg pikken we ook Julie en Glenn nog op. Ze waren 2 uur voor mij vertrokken.
Dit was helemaal niet hoog in het gebergte maar op slecht 600m hoogte en op 3 maart wat eigenlijk nog late zomer of vroege herfst is. Dit komt omdat tussen Nieuw-Zeeland en Antartica en geen landmassa is en als het weer vandaar komt, kun je zelfs in de zomer winterse condities tegen komen. Dit heeft als gevolg vroeger en helaas ook nu nog mensen sterven door onderkoeling. Voornamelijk toeristen uit Europa en America.

Na Te Anau wandelen we een weekje door het Takitimu Forest of woud. Hier geven Julie en Glenn me een bijnaam nl Takitimu Nico. Hier is waarom.

Het begint op woensdag, 5 maart. De tweede wandeldag. Het weer is nu wel beter maar alles is nog vochtig en dus slipperig. We moeten ook nog een lage pas (780m) over waar nog enkele resten sneeuw liggen.
Dit is ook de dag dat de uitputtingssymptomen zich weer manifesteren. Ik slip veel en val ook enkele keren waarvan 1x in een beek. Ik heb schrik dat mijn slaapzak nat is omdat die zit in een zak die niet meer  helemaal waterdicht is. Gelukkig val ik op deze zak waardoor alle lucht eruit geperst wordt en zo kan het water niet binnen. Een natte slaapzak is een van de ergste dingen die je kan overkomen vooral als je geen kachel hebt om die zo te drogen.
Het pad wordt weinig gebruikt en daardoor is het niet goed zichtbaar. Het onderhoud wordt gedaan naargelang de populariteit van de paden en is hier dus minimaal. Later spreek ik een boswachter die me verteld dat 1x per 4 jaar de omgevallen bomen worden verwijderd en na 2 jaar worden de markeringen nagekeken. Het is dus duidelijk dat ik veel tijd spendeer om het pad te vinden en veel omwegen moet maken owv van de bomen. Op het einde maakt het pad een bocht naar links en daar zal ik de hut vinden. In de late namiddag zie ik een hut op een moment dat weer het pad moet zoeken. Ik besluit te "bushbashen" dwz dwars door de natuur te gaan. Het ziet er eenvoudig uit. Ik moet wel een rivier oversteken maar dat geeft me geen problemen. Het probleem komt later. De grasvlakte die ik zag, blijkt niet enkel gras te zijn maar ook een moerasje. Enkele malen kom ik vast te zitten maar slaag er toch in om er door te komen. Dan wordt mijn weg nog eens versperd door een beek in een kloof die ik niet kon zien. Na meer dan 1,5 uur afzien bereik ik de hut om dan vast te stellen dat het een privé-hut is. Hier mag ik niet blijven. Ik probeer eerst oostelijk rond het moeras te trekken maar loop vast. Dan maar rond de andere kant. Hierdoor verlies dusdanig veel tijd dat ik niet meer aan de juiste hut kom. Jullie en Glenn verwachten me hier. Ze zijn beiden ook vrijwilligers in het search&rescue systeem. Ze hebben dus ervaringen met toeristen die verdwalen.
Als ik dan de volgende ochtend de hut bereik zijn ze al weg maar hebben een boodschap achtergelaten dat ik hun moet contacteren binnen de 3 dagen anders starten ze een zoektocht naar mij.
Ik kook hier in de hut maar haast me om de verloren tijd in te halen en misschien ook Jullie en Glenn.
Door mijn haast vergeet ik echter 2 zakken met kleren (ik moest die eruit halen om aan mijn eten te kunnen) maar merk dit pas de volgende dag in de volgende hut. Het betreft mijn warme fleece en regenkleren dus noodgedwongen moet ik de 18km terug wandelen. Op mijn terugtocht ontmoet ik David en Pascal, 2 Duitse TAers die ik al enkele malen tegenkwam. Ze kennen Julie ook en beloven me ze te verwittigen.
Omdat ik nu een deel van het Takitimu woud 3x gedaan heb, krijg ik dus de bijnaam Takitimu Nico.

Hierdoor ben ik ook gedwongen om nogmaals te liften naar een dorp om meer voedsel te kopen en ik zal Julie en Glenn nooit meer zien. Wel vind ik nog een boodschap dat ik ben uitgenodigd om bij hen te logeren als ik op het noordeiland fiets. Door omstandigheden komt het hier nooit van.

Na nog enkele dagen wandelen door hoge heuvels waar de wolken de markeringen 1x aan het zicht onttrekken arriveer ik in Colac Bay, een dorpje aan de zuidkust. Dit is na 1300km wandelen. Van hier is het nog 50km de kust volgen om tot het meest zuidelijk punt te geraken.
Noodgedwongen neem ik nog een rustdag in Riverton waar ik Gerald en Matthias ontmoet. 2 Duitse wandelaars. Aan de paal op het officiële eindpunt van de track hang ik mijn kapotte wandelschoenen en hoop nooit meer met natte schoenen te moeten wandelen. Helaas wordt dit me niet gegund.
Terwijl ik een stukje terugwandel naar het dorpje op mijn sportschoenen barst er een hevig onweersbui los en binnen 10min heb ik weer natte voeten en schoenen en zo eindigt voor mij de TE ARAROA.
Omdat Gerald, Matthias en ik op dezelfde dag eindigen vieren we dit tezamen in de jeugdherberg in Invercargill. Hier ontmoeten we nog 2 andere wandelaars Pieter, een Brusselse vlaming en Francine van Bourgogne. Hoewel ze een dag later eindigen vieren ze met ons mee. Het wordt een hele plezante avond in de keuken van de jeugdherberg. Het echt leuke eraan was dat dit spontaan gebeurde.
De meesten van ons gaan ook nog naar de Ierse pub. Het is immers 17 maart en Saint Patricks day. De nationale feestdag van Ierland en die wordt ook hier uitgebreid gevierd.

Ook ontmoet ik Amy hier in de jeugdherberg. Ze is een huisgenote van Vitek, mijn vriend in Queenstown. Ze moet de volgende dag terug en biedt me een lift aan. Dit wordt dankbaar door mij aanvaard.
Queenstown is een populaire toeristische bestemming en het is dus niet zo verwonderlijk dat ook de anderen er naar toe gaan. Gerald en ik spreken er af en samen spelen we er een partij frisbee-golf. De bedoeling hiervan is om de frisbee in een korf te gooien net zoals je bij golf het balletje in de pot moet slaan. Vandaar de naam. Ik geniet ervan. Dan drinken we nog een koffie en ontmoeten Francine en Pieter opnieuw.
Het wordt nog een hele fijne namiddag met meer frisbee, leuke gesprekken en herinneringen en uitwaaien op de pier. (queenstown ligt immers aan een groot meer. Zie foto van mij en Francine op mijn facebook profiel)

Ik neem het vliegtuig terug naar Wellington om mijn fiets op te halen en zo aan mijn fietstocht te beginnen.
Het is hier in het vliegtuig dat het pas goed tot me doordringt wat ik gepresteerd heb. Immers ik moet 1,5 uur vliegen om dezelfde afstand te overbruggen die ik te voet heb afgelegd.
Nog een laatste anekdote : omdat dit een binnenlandse vlucht is, is er bijna geen beveiliging. Ik kan een fles wijn mee op het vliegtuig nemen en het enige wat echt gecontroleerd wordt is, is of ik een geldig (lees betaald) ticket heb. Ik moet zelfs mijn paspoort niet laten zien. Ik had perfekt onder een andere naam kunnen meereizen. Het is toch leuk om te weten dat je in zo een veilig land bent niet?









dinsdag 25 maart 2014

Te Araroa : deel 3 : Arthur pass - Lake Tekapo - queenstown : 21 jan - 25 feb


Dag allemaal,

Van Arthur pass gaat de tocht eerst rustig verder door bos. Het zijn vrije goede paden en het weer zit mee. Ik merk wel de eerste scheur in mijn wandelschoenen. Ze zijn duidelijk niet bestand tegen het Nieuw Zeelandse terrein en vooral niet tegen het voortdurend nat zijn.

Na enkele dagen bereiken we de rivier Rakaia die zo diep is dat we die niet kunnen doorwaden. Het is er rond liften of transport regelen.
We verblijven in een Lodge die eigenlijk te duur is voor mij. Ik kan er wel een hottub of warmwater bad nemen dat ik dan ook meer dan 2 uur doe.

De volgende dag gaat de tocht verder en Stephen en ik arriveren aan Comyns hut. In de gids staat dat de nieuwe hut vlak langs de oude hut van 1957 is gebouwd. Dus wij verwachten een vrij moderne hut. Blijkt nu dat de "nieuwe" hut van 1957 is en de oude van 1890. Het is puur ijzer en als het snachts begint te regenen klinkt het alsof er een machinegeweer wordt afgevuurd. De wind klinkt als een orkaan. Hoewel het slecht weer is vertrekken we en dit zal een van de slechtste dagen worden van de trip. Uren lang moet ik een beek volgen en ben de helft van de tijd in de beek.
Later als ik hoger in de bergen ben wordt het weer slechter met hevige regen en felle wind.
Het is nu wel meer alpien landschap en dus meer open wat het wandelen makkelijker maakt.
Als ik tenslotte de hut bereik moet ik Stephen vragen om mijn rugzak los te maken. Mijn handen zijn zo verkleumd dat ik het zelf eerst niet kan.
Ik had stiekem gehoopt dat Stephen het vuur al gaande had. Voor de grap noem ik  hem mijn sherpa die het vuur moet aansteken. Ik ben dan degenen die smorgens alles opruimt. Stephen had het echter
zo koud dat hij direct in zijn slaapzak is gekropen om op te warmen. Dus ik begin dan maar met het vuur aan te steken zodat alles kan drogen.

Het is nu begin februari en dat blijkt later een hele stabiele maand te zijn met zeer weinig regen.
We genieten van de bloemen in de heide  hier maar een keer vloek ik erop. De markeringen zijn oranje zodat ze goed opvallen in het landschap maar dat lukt niet meer als je  meters hoge gele bloemen hebt. Voor mij valt het nog mee maar voor Stephen niet. Hij verliest bijna 2 uur hier eer hij het pad terug vindt.

De ochtend na die felle regen blijkt ook dat er sneeuw gevallen is iets op grotere hoogte. Gelukkig moeten we geen pas meer over. Ik kan wel genieten van het uitzicht. 
Die ochtend is ook de laatste keer dat ik Stephen zal zien maar dat weet ik dan nog niet. We wandelen regelmatig apart maar komen elkaar dan in de hutten weer tegen. De volgende dagen zijn er geen hutten en  moeten we kamperen. Ook dat is  normaal geen probleem. Je ziet elkaar dan in het volgend dorp. In dit geval is dat nog bijna een week wandelen.
Eerst moet ik nog de Rangitata oversteken. Dit wordt afgeraden maar van andere wandelaars weet ik dat het mogelijk is. Na 250m in het water ben ik aan de andere kant. In de zomer is het niet 1 rivier maar vele kleine beekjes die in lente door het smeltwater een grote rivier vormen. Maar zelfs nu is het moeilijk. Soms is er een sterke stroming en eenmaal reikt het water bijna tot mijn liezen.

Na de rivier volgt de Two Thumb Range en hier slaat het mannetje met de hamer toe.
De vermoeidheid die je altijd wel wat voelt wordt opens meer uitputting. Deels te wijten aan het feit dat hier enorm veel tussock is wat het wandelen heel moeilijk maakt. Ook zijn er 2 dagen dat ik heel lang door een rivier moet wandelen. Het is ook het hoogste punt van de hele Te Araroa met 1925m en er zijn geen dorpjes waar je echt kan rusten. Later valt het me op dat ik 18 dagen aan een stuk elke dag gewandeld heb. Dat was duidelijk teveel van het goede.
Soms word ik snachts wakker door pijn en krampen in mijn benen. Moet dan rond de tafel wandelen en stretchen.
Zelfs als ik goed slaap en eet zal ik na 1.5uur wandelen al doodmoe zijn en een langere pauze nodig hebben. Een rustdag hier in two thumb zou me goed doen maar door gebrek aan eten kan ik me dat niet permiteren.
Ook ben ik onredelijk snel kwaad voor de minste tegenslag. Het is wel zo dat hier in het gebergte je dat moeilijk op iemand kunt uitwerken.
Ik ben hier ook enkele dagen alleen maar als je dan andere wandelaars ontmoet is het wel leuk. Zo zal ik 1 nacht een hut delen met Joe. De gesprekken gaan al snel over de betekenis van het leven, enz.
2 dagen later kom ik hem terug tegen in een andere hut. Jeanine en Bastien zijn er ook. Jeanine en Bastien wandelen wel noordwaarts dus in tegengestelde richting als mij. Ook hier is alles dik in orde en wordt het weinige wat je hebt gedeeld. Joe zal ik nooit meer zien (heb zelfs zijn email niet) maar Jeanine en Bastien ontmoette ik eergisteren heel toevallig in Wellington. Ik was daar om Andreas te bezoeken een andere TA wandelaar. Het werd een leuke avond met bier en pizza.

Uiteindelijk lift ik de laatste 25km naar Lake Tekapo waar ik 3 dagen verblijf en recupereer. Ik doe niet veel meer dan lezen, eten en slapen.
Een van deze avonden kan ik genieten van guitar en piano muziek van 1 van de andere gasten in de jeugdherberg .
Na Lake Tekapo is het vooral een vlakke streek waar veel meren zijn en kan ik langzaam weer op krachten komen. Ik wandel ook langzaam. Doe in 3 dagen wat je meestal in 2 dagen doet.
Zoals gezegd is het weer nu goed en het kamperen langs deze meren is puur genieten.

In Wanaka spreek ik nog af met Peter. Hij is een Belgische fietser die ik al wat langer ken.  Hij is hier ook voor een jaar. Het wordt een leuke avond met live muziek in de Irish pub.

Na Wanaka is het nog een week wandelen naar Queenstown en gedeeltelijk gaat dit over het  prive-terrein van Shania Twain. Wel heuvelachtig maar met 3 moderne hutten en een rustdag is dit  gemakkelijk te doen.
In Queenstown spreek ik met Vitek, een man die me een maand geleden een lift gaf.
Toevallig is er savonds een verjaardagsfeestje van een Chinees meisje. Ze speelt ook even met een Chineze luit wat heel mooi is.
Na nog een rustdag vertrek ik weer maar dat is voor deel 4

groeten,

nico



maandag 24 maart 2014

Te Araroa deel 2 : St Arnaud - Boyle Village - Arthurs pass village : 7 jan tot 21 jan


Dag allemaal,

Na mijn ervaringen in het Richmond gebergte neem ik enkele rustdagen. Deels ook gedwongen door het slechte weer. Op de eerste dag kan ik niet veel eten omdat ik nog misselijk ben van de All you can eat BBQ de dag ervoor.
De weersvoorspelling is dat het fel zal regenen en dat er op 1700m hoogte  sneeuw zal zijn.
Dit betekent dat de Travis Sadle en Waiau Pass die ik de volgende dagen over moet niet echt passeerbaar zijn.
Het is zo erg dat een Zwitserse fietster haar route verandert van de westkust naar de oostkust dat de reputatie heeft om veel droger te zijn. Aan de westkust ligt immers de oceaan die zich uitstrekt tot Antartica en dus genoeg mogelijkheden heeft om wat vocht op te nemen. ( het meer zuidelijk deel van de westkust waar de beroemde fjorden zijn krijgt elk jaar 6 tot 8 meter regen).

Eindelijk kan ik vertrekken maar doe dit eigenlijk te laat. Ik kan de hut die me een perfecte uitgangsposite zou geven niet meer bereiken. Dit is zeer belangrijk om dat ik maar 2 droge dagen heb om de passen over te steken. Om dit goed te maken vertrek ik de volgende dag (do 9 jan) om 6u15 als het nog maar amper licht is. Mijn dag eindigt om 20u15 na 14 uur wandelen (ok rustpauzes zijn hier inbegrepen).
Ik kan zonder problemen Travis Sadle passeren. Er is nog wat rest sneeuw maar dit betekent alleen dat de uitzichten nog mooier zijn.
Ik ontmoet weer vele bekenden in blue lake hut. De laatste hut voor het moeilijkste deel nl de Waiau pass. Blue lake is fantastisch gelegen en heel toeristisch. De foto wordt ook veel gebruikt in tijdschriften. De meesten toeristen stoppen hier en keren terug. De TA wandelaars moeten echter verder. Hoewel het heel mooi is hier is het ook gevaarlijk. Het is nog maar 2 weken geleden dat een Engelsman hier verdwaalde en een dodelijk val maakte van een 60m hoge klif.
Stephen en ik besluiten samen te wandelen over de Waiau Pass. Stephen is ook een bergbeklimmer en ik ben heel blij met zijn ervaring. Regelmatig moeten we op handen en voeten naar beneden klimmen. De beklimming was wel heel vermoeiend door los gesteente en heel steil maar niet echt technisch. Tijdens de afdaling zijn er momenten dat ik eigenlijk schrik heb. Het is een van de moeilijkste dingen die ik ooit gedaan heb en het moet echt niet moeilijker worden voor mij.Volgens de gids heb je ergens tussen 6 a 8 uur nodig om dit stuk van 8km te doen. Voor ons duurt het 9 uur.
Toegegeven we hebben lange pauzes genomen om van de uitzichten te genieten.
Het weer was goed. Er waren wolken maar dat is enkel goed om nog mooiere foto's te maken.

De 2 dagen mooi weer die voorspeld waren worden er 3 (ik heb zelfs wat zonnebrand) en ik geniet ervan voor de regen weer begint
Ik ben nu in de Ann River valley waar er wilde paarden zijn.Helaas krijg ik ze niet te zien. Ze voelen de bui aankomen en schuilen in een kleine zijvallei.
Hier is er ook veel tussock. Een soort van riet dat vanuit een centraal wortelstelsel groeit. De regen stroomt hier langs (water zoekt immers de gemakkelijkste weg) en vormt zo kleine grachtjes. Als dit lang genoeg duurt kunnen die grachtjes tot een meter diep worden maar blijven heel smal.
Het riet groeit hier over en dus zijn de grachtjes heel moeilijk te zien. 2x val ik er in en ik kwets mijn knie hierdoor. De eerste minuten doen fel pijn maar gelukkig valt het achteraf wel mee. Ik heb nog enkele dagen een stijve knie maar dat is het dan. Hier is het een goed idee om met de wandelstokken te wandelen wat de meesten ook doen.

Soms heb ik ook veel geluk. Na 5 uur wandelen in de regen kom ik in een hut waar al 3 wandelaars zijn. De hut is dus verwamd en de thee staat op de kachel. Ik mag er rustig van drinken wat enorm geaprecieerd word. Later die avond vieren ze een verjaardag en trakteren op vodka-orange. Ze wordt een regendag toch nog heel fijn afgesloten. Eigenlijk vieren ze de verjaardag 1 dag te vroeg maar ze wilden de 10l vodka niet meer draen. Ik heb dan maar geholpen om die te consumeren zoals de bergcode vraagt dat je anderen helpt.


Ik maak even een zijtrip naar Hamner Springs om eten te kopen. Vitek geeft me een lift en nodigt me zelfs uit om bij hem te logeren als ik in Queenstown ben. Het is niet de eerste keer dat dit gebeurd. Het is een deel van de bekende Kiwi gastvrijheid.

Het volgend dorp op de track is Arthurs Pass village. Het is zo klein dat er geen deftige winkel is en ik word aangeraden om een voedselpakket op te sturen. Zo gezegd zo gedaan maar ik kan geen postcode of straatnummer vinden van de jeugdherberg. Blijkt dat dit niet nodig is. Het dorp is zo klein dat die dingen daar niet gebruikt worden.

Nieuw Zeeland is ook bekend owv vulkanische activiteit. Een gevolg van het feit dat ze op de grens van 2 aardplaten (??) gesitueerd zijn. Zie de recente aardbevingen in Christchurch.
Een ander gevolg is dat er heel wat hot pools of warmwaterbronnen zijn. Een daarvan ligt langs de track en ik laat die kans niet voorbij gaan. Ik wil er na een half uur genieten uitkomen als Nele arriveert. Een jonge Duitse die ik ken van in de hut.Ze heeft de bijna unieke eigenschap om bij de sandflies (insekten) nog populairder te zijn dan mij.  Ze wil liever niet alleen zijn dus offer ik me op en blijf nog een half uurtje in het water te liggen.

Later steken we nog een rivier over over een 3-wire bridge. Dus een brug die enkel bestaat uit 3 dikke kabels. Een waar je over loopt en voor elk van je handen nog een voor verdere steun. Het valt beter mee dan verwacht maar ik wil het absoluut niet doen als het regent of winderig is.
Normaal heb je een swing brigde dwz een hangbrug van touwen en kabels die mee kan bewegen in de wind maar er is wel een railing die je belet te vallen. Uiteraard beweegt die ook als je ervoer loopt maar dat is eerder leuk. Het is veel minder leuk als er stormwinden zijn zoals vorige week. Het was toen een langere brug.  In eerste instantie  wou ik toen door de rivier maar die was te diep en had teveel stroming. Met rugzak erbij weeg ik 100kg en ik dacht dat zal het wel stabiliseren. Niet dus. Niet echt leuk als de brug door de wind opeens bijna een meter naar links beweegt.

Wel, dat is het voor nu. Ik hoop namiddag nog een verslag te plaatsen.

groeten,

nico




TE ARAROA : deel 1 : richmond range


Dag allemaal,

De Te Araroa  (TA) is een lange afstandswandeling die van Cape Reinga op het noordeiland tot Bluff, het zuidelijkste punt van het zuideiland loopt. 3000km lang maar ik wil alleen het deel op het zuideiland wandelen. Nog altijd goed voor 1500km.

Waarom het zuideiland? Omdat dit veel minder bevolkt is en daardoor wandel je veel meer in de natuur en hier vooral veel in de bergen. De Te Araroa is niet een 1 route maar een verzameling van al bestaande wandelingen en nieuwe verbindingsstukken. Soms lukt het niet om die verbindingen in de natuur te leggen en moet je op de wegen en soms zelfs op de highways wandelen. Ik heb al besloten om die delen te liften. 

Ik vertrek op 20 december met de veerboot van Wellington naar Picton in de Marlborough sounds. Dit is een gebied met zeer vele, grote en kleine zee-inhammen, baaien enz. Exreem mooi en dus ook heel populair.
De TA vertrekt op Ships Cove aan de Queens Charlotte track. Queen Charlotte is de naam van een van die grote zee-inhammen. Ships Cove is een kleine beschutte baai die heel bekend is omdat de beroemde kapitein James Coock hier meerdere malen beschutting zocht op zijn wereldreizen en die dit gebied ook in kaart bracht.

Een watertaxi (kleine boot) brent me naar dit beginpunt maar dit is tegelijkertijd ook een postronde. Ik zie hoe de lokale mensen post krijgen. Vele van deze woningen (meestal boerderijen) zijn enkel bereikbaar via het water.  Het is leuk om dit te mogen meemaken.
De schipper geeft ook veel uitleg wat het extra leuk maak. 2 jonge Duitse meisjes gaan hier enkele weken whoofen (werken in ruil voor onderdak en voeding). Ze zeggen dat ze in paradijs mogen werken. Ik geef ze geen ongelijk. Het is een prachtige streek.

Ik wandel enkele dagen en geniet ervan. Ik heb wel enkele malen regen maar niet te erg. Ik zie nog enkele dolfijnen spelen in 1 van de baaien. Het is heel gevarieerd wandelen. Soms op het strand, soms in heuvels waardoor je unieke uitzichten krijgt.
Minder goed is het feit dat mijn blaar op mijn hiel niet volledig genezen is. Een gevolg van wandelen met natte schoenen in de pinnacles. Wat ik niet weet is, dat ik zoveel met natte schoenen zal wandelen dat 3 maanden later bij het einde ik nog steeds last zal hebben van deze blaar.

Ik regel het zo dat ik op kerstmis in de voormiddag in een groter dorp (Havelockx) aankom. Het is mijn bedoeling om er eten te kopen en dus mijn eigen kerstmaal te bereiden. Helaas werkt het hier niet als in Belgie en niets maar dan ook niets is open. Ik heb enkel nog brood en noodle-soep en dat wordt mijn kerstmaal.

De volgende dag begin ik aan het Richmond gebergte. Dit is het deel dat het langste duurt nl 10 dagen voor je weer een winkel tegen komt. Het is ook hoger in het gebergte waardoor je door slecht weer kunt vastzitten. Je kunt wel schuilen in berghutten die daarvoor speciaal gebouwd zijn. Vroeger stierven er wandelaars omdat ze verrast werden door het slechte weer. Dit kan heel snel opkomen omdat de zee niet ver weg is.

Om in deze hutten te mogen overnachten moet je een hutpas hebben. Ik wil die hier kopen maar dat gaat niet. Hoewel me dit beloofd was maar zoals gewoonlijk wordt daar niet moeilijk over gedaan. De lokale ranger schrijft gewoon een papiertje dat ik betaald heb en klaar is kees.

Vanaf hier wordt er gesproken over wandelen in Height and Solitude. Dus in hoogte en alleen. Door het verlof zal ik daar niets van merken, In de eerste hut is al zoveel volk dat ik moet kamperen. Het werkt zo dat de eerste die toekomt de keuze heeft. De laatsten slapen buiten. Het noemt First come, first served.

Roberto is hier ook maar hij heeft al snel een problem. Officieel is dit deel in 2 delen verdeeld. Je kan immers halfweg via een zijweg naar een dorp wandelen. Roberto heeft de informative maar snel bekeken en dus maar voor 5 dagen voedsel bij. Hij zal de volgende dagen proberen om dubbele afstanden af te leggen. Eerst lukt dit. We kunnen dit volgen omdat elke wandelaar berichten achter laat in de hutboeken. Dit laat reddingswerkers toe om te zien waar ze iemand moeten zoeken als er problemen zijn. Later missen we de berichten van Roberto en vernemen dat hij en enkele anderen met een helicopter zijn geevacueerd. Ze zaten vast tussen 2 beken die overstroomd waren door regen en hadden honger en hebben dus search and rescue verwittigd. Dit is gratis en daardoor wordt er soms wel eens misbruik van gemaakt.

Verder ontmoet ik Andreas en Stephen. Beiden zal ik nog 6 weken lang regelmatig opnieuw ontmoeten. Andreas stopt dan om terug te gaan werken en ik heb hem gisteren gaan opzoeken in Wellington. Hij is een jonge Duitser die al bijna 2jaar in NZ woont en werkt.
Stephen is van Australie en wandelt zowel het noord- als zuideiland. Ik verlies later het contact met hem als ik door vermoeidheid bijna opgeef. Dit gebeurd in de Two Thumb range maar dat vertel ik later. Hij heeft gelijkaardige problemen in de laatste week en zal uiteindelijk maar 1 dag voor me eindigen. We hebben dan nog een fijne reunie in Invercargill.

Regelmatig krijgen we te maken met slecht weer. Regen, mist enz. Soms is de mist zo erg dat we de wegwijzers niet of amper kunnen zien. Op zondag, 29 december, is het echt erg. Soms moet ik wachten tot de wind de mist even weg blaast zodat ik kan zien hoe ik moet wandelen. Er zijn momenten dat ik zowel de markeringen voor me als achter me niet zie. Dit is heel gevaarlijk om te verdwalen en is erg stresserend maar het lukt me om de hut te bereiken en al de anderen zijn er ook.

De volgende dag is het weer erg. Vooral door de regen besluiten we ieder afzonderlijk om halverwege de dag te stoppen. (elke dag passeer je rond de middag een hut die dient om beschutting te geven als het weer te slecht wordt). Dit is vooral voor Stephen heel erg omdat hij nu op zijn 54ste verjaardag zal wakker worden in Old Man hut (oude man). Hierdoor krijgt hij natuurlijk de bijnaam Oude Man. Vooral omdat hij 3 dagen van tevoren hierover al begon te klagen. Ik had hem dan ook daar helemaal  niet verwacht.
We maken hier ook kennis met een lokaal koppel Julie-Ann en Tom die door het slechte weer helemaal niet wandelen. We kunnen zo goed met elkaar opschieten dat ze hun route veranderen en nog 4 dagen met ons meewandelen. Volgende week zal ik ze in Nelson opzoeken.

Oudejaarsavond wordt fijn gevierd. Ik trakteer op koekjes en chocolade. Tom heeft een flesje bourbon bij. We kunnen allemaal 1,5 slok nemen en dan is het gedaan.
We slapen om 22u maar worden gewekt door Stephen die vreselijk snurkt. Happy New Year is de commentaar en lachend gaan we terug slapen.

Het is niet allemaal erg. Op de juiste momenten is het weer wel goed voor ons. Nl op de top van Mount Rintoul wat fantastische herinneringen oplevert ook al is het zeer zwaar wandelen door lawine gebied en de vele losse stenen. Op een gegeven moment leun ik heel even tegen een grote 60kg zware steen die dan begint te schuiven. Ik schrik me rot maar ben gelukkig niet in zijn pad. Hij schuift maar 1m maar toch.

Soms gaat het pad door een beek en moet je deze een tiental keer oversteken. Als het regent kan het water snel stijgen en moet je wachten tot het weer zakt. We krijgen te horen dat er de volgende dag een stormt aankomt en haasten ons om de beek daarvoor te passeren. Ik ben de laatste en zie die dag echt af. De storm komt een halve dag te vroeg en verrast me. Ik ben nog in de beek als het begint te regenen en krijg zelfs  5 minuten hagel te verwerken.
Gelukkig is de storm maar heel klein en bereik veilig en wel de hut waar we nog lang praten en lachen bij een warm vuur en een hete koffie.

Genieten doe ik ook van de Kea. Een kleine fel gekleurde roofvogel die gekend is voor zijn nieuwsgierigheid. Hij volgt me gedurende 1 uur. Soms bijt hij door tenten, maakt de koorden los en vernietigd zelfs de rubben van ruitenwissers van autos's.

Op de voorlaatste dag verlies ik het contact met de anderen omdat ik door regen verkies om vroeger te stoppen en in een andere hut slaap. Het is wel niet zo leuk als je koud en nat bent en dan nog water moet halen in de beek en je hout moet hakken om het vuur gaande te krijgen. Het is een van de weinige keren dat ik alleen slaap in een hut. Dit is ook een van de momenten waarop ik me afvraag waarom ik dit doe.
Yuki, een Taiwanese fietster, die ik in Australie ontmoette, vertelde me hierover. Ik dus als zij het kan, kan ik het ook. Dus waarom doe ik dit : omdat iemand anders me vertelde dat het leuk was. Dat is dan het antwoord dat ik geef als we erover praten/lachen. Maar al bij al zie ik geweldig mooie landschappen en ervaar ik een uniek sfeer die enkel in afgelegen berghutten is te vinden.

Mijn nieuwjaars voornemen dit jaar is wel eenvoudig : volgende keer als ik Yuki tegen kom, zal ik haar de Mount Everst laten opfietsen en zeggen dat het simpel fietsen is. Dat is eigenlijk wat zij mij ook heeft aangedaan.

Op dag  11 eindigt deze etappe in Saint Arnauld. Elke zondag is hier een all you can eat BBQ en ik kan je garanderen dat ze wat mij en de anderen wandelaars betreft geen winst hebben gemaakt,

wel, dit was deel 1. Ik hoop dat jullie het leuk vonden.

groeten.

nico

zaterdag 22 maart 2014

Het noordeiland : 25 november tot 20 decmber


dag allemaal,

Eindelijk het eerste deel van de lang beloofde update.
Dit deel gaat over de 4 weken die ik spendeerde op het noordeiland voor ik aan de wandeltocht op het zuideiland begon.

Het waren een paar zeer stresserende dagen voor mijn vertrek en ik die dacht dat ik beter op tijd was dan mijn vorige reizen.  De bagage was grotendeels gepakt toen ik bemerkte dat mijn fototoestel stuk was. Wel, dat kun je ook kopen in Nieuw Zeeland en dan heb ik geen adaptor nodig om de batterij op te laden. 


Visum was in orde sinds een paar dagen en ook de vluchten waren geboekt en bevestigd.
Tot ik opeens bermerkte dat voor mijn fiets 1 van de 3 vluchten niet bevestigd was. Dan maar telefoneren naar het reisbureau maar dat was in het weekend niet bereikbaar. Ook internationaal niet.
Dan maar rechtsstreeks naar Zaventem bellen en via via iemand van Lufthansa te pakken gekregen en die vlucht dan ook bevestigd.
Maandag avond vertrek ik maar 's ochtends krijg ik doodleuk een mailtje van het reisbureau dat de combinatie van vluchten met mijn fiets niet kan maar ze wensen me wel een fijne reis toe. GRRRRRRRRRRRRRRRRRR. 
Omdat ik het zelf geregeld heb met Lufthansa is er uiteindelijk geen problem maar wel een hele hoop stress voor mij.


De vluchten gaan heel vlot, duren in totaal 25 uur en het tijdverschil is 12uur. Ik ben voor op jullie.

Ik blijf enkele dagen in Auckland bij Will en Tami.  Ik wil enkele meerdaagse  wandelingen doen voor mijn lange trektocht op het zuid-eiland. Ze raden me de Hillary track aan in de Waitakere ranges. Het is een gebergte slechts 30km ten westen van Auckland.

Hier beleef ik dus mijn eerste tramp ervaringen in Nieuw Zeeland en krijg zowel het goede als slechte voorgeschoteld.
Er zijn de fantastische panorama's, prachtige natuur en vooral de afwisseling ervan. Je hebt mooie kustgebieden en een uur later ben je in de heuvels met andere vegetatie.
Het meest verbazende voor mij is dat ik er bijna alleen was en zoals gezegd het is slechts 30km van een stad met 1 miljoen inwoners. Zoiets is hard te vinden in Europa en heel zeker niet in de buurt van een stad.
Het minder geode is dat de tracks maar matig onderhouden worden dwz dat omgevallen bomen er blijven liggen waar je dan rond, over of onder moet. Het is kort bij de zee dus er is veel regen wat betekent veel planten die regelmatig het pad overgroeien. Veel modder ook. Hoewel ik het toen nog niet besefte is de belangrijkste les dat het weer hier heel snel kan veranderen,.
Het is 4 dagen durende wandeling en de weersvoorspelling is goed maar op de  4de dag kom ik toch terecht in felle regenbuien. Blijf nog tot smiddags op de camping maar vertrek als het wat opklaart. Dit is maar tijdelijk en al snel wandel ik uren lang in de regen. Ik volgde dan al de track niet meer maar ben op de weg richting het vertrekpunt waar mijn fiets is.Voor  de laatste 3 km accepteer ik een lift die me spontaan wordt aangeboden. Ook dit zal een constante worden. De opgewektheid, de bereidheid om te helpen, er wordt  nooit moeilijk gedaan over eender wat zelfs niet door de rangers.


Ik blijf weer enkele dagen in Auckland en heb een fijne dag met mijn gastheer Will. Een engelsman die veel gefietst heeft. In japan heeft gewoond  en nu hier woont. We fietsen door Auckland langs enkele bezienswaardigheden en spenderen enkele uren in een Belgisch bier café.

Ik fiets door naar het Coromandel schiereiland waar ik 3 dagen wandel bij de pinnacles.
Normaal is het een 1dag wandeling maar ik wil wat conditie opdoen en neem de langere weg.
De gevolgen zijn er : de meest gebruikte weg is heel goed onderhouden maar de andere wegen gewoon niet. Een stuk van de weg dat normal 3 uren duurt wordt door de omgevallen bomen en weggewaaide wegwijzers een harde tocht van 7 uur. Omdat ik er niet op voorzien ben, heb ik ook niet genoeg water en moet het van plassen nemen. Gelukkig heb ik mijn filter bij en word ik dus niet ziek.
De volgende dag is vooral modderig. Ik sta heel wat keren tot mijn enkels in de modder en 1 keer zak ik zelfs zonder verwittiging tot boven mijn knie in de modder. Ik val en door het gewicht van mijn rugzak kan ik eerst niet vrijkomen. Ik wil juist mijn rugzak uitdoen als ik een tak onder de modder voel die me genoeg steun biedt om er uit te kruipen. 

Als ik hierover vertel op het rangerstation vragen ze me om een verslag te maken zodat ze dat kunnen doorgeven. Dan vertellen ze me pas dat ze afgelopen winter enkele zware stormen hebben gehad en dat er door financiele saneringen nog geen onderhouds ploeg is langs geweest. Eigenlijk vertel ik ze dus hoe hun tracks erbij liggen en dat moet eigenlijk andersom zijn. Zij moeten mij de info geven.


Dan volgt er een week fietsen  naar Wellington. NZ wordt het fietsersparadijs genoemd en dat is duidelijk te merken aangezien ik op 1 dag al 4 lange-afstandfietsers tegenkom. De natuur is prachtig, afwisselend en het verkeer is licht. 

Als ik over de bergen fiets, krijg ik weer een lesje hoe wisselvallig het weer is. Zonnig en warm in de ochtend maar onweer. bliksems. donder en zelfs hagel in de namiddag. Hier hebben ze een gezegde en dat is : de 4 seizoenen ervaren op een dag en dat is precies wat gebeurde.

Wel, dat is het voor nu. Volgend verslag zal over de Te Araroa gaah.

groeten

nico



vrijdag 21 maart 2014

enkele algemene feiten


dag allemaal,

Hier geef ik in het kort enkele algemene historische en geografische feiten.


Nieuw-Zeeland is zeer afgelegen en daardoor de laatste grote landmassa die door mensen gekoloniseerd werd.  Polynesische ontdekkingsreizigers arriveerden hier tussen 1200-1300 van onze jaartelling. Dus slechts 800 jaar geleden. 
Door deze isolatie is er een unieke fauna en flora geevolueerd. Er zijn hier geen zoogdieren op 1 uitzondering en dat is een vleermuis. Dat betekent ook dat er geen roofdieren zijn waardoor vele vogels na verloop van tijd niet meer konden vliegen.

De grotere (Moa) waren al snel uitgestorven door overbejaging door de Maori. Vele andere soorten zijn gevolgd omdat ze weerloos waren tegen ingevoerde dieren zoals possums, ratten, muizen (die de eieren opeten), kitten.


Nieuw-Zeeland bestaat uit vele eilanden waarvan 2 grote die gewoon Noord- en Zuideiland worden genoemd. Totale oppervlakte is 270 467km2. Dus 9x groter dan belgie maar met een populatie van 4.2 miljoen.  De meeste mensen wonen in de steden waarvan Auckland het grootste is met 1.4 mljoen mensnen. 
Wellington is de hoofdstad.


Nieuw-Zeeland werd in 1642 door een Nederlander namelijk Abel Tasman ontdekt maar hij zette nooit voet aan wal. In 1769 verkende kapitein James Cook de eilanden uitgebreider en begon de kolonisatie. Eerst door walvisvaarders en in de 19de eeuw door voornamelijk Britse kolonisten.
Door de late kolonisatie warden de Maori beter behandeld dan de meeste andere inheemse volkeren maar verloren wel hun land en stierven massaal door de ingevoerde besmettelijke ziekten. 

Tegenwoordig is 1/7 deel van de bevolking is nog Maori. Hun taal is officieel erkend.
Zij noemen Nieuw   Zeeland Aotearoa, het land van de lange witte wolk. Ik zal later ontdekken dat dit een zeer toepasselijke naam is.

maandag 25 november 2013

nieuw-zeeland : mijn derde grotere reis


Dag allemaal,

Velen weten het al maar ik vertrek over enkele uren voor een nieuwe reis en ditmaal gaat het naar Nieuw-Zeeland. Nee, het is niet dat ik weeral op reis ga zoals enkelen beweren maar ik ga eindelijk nog eens reizen. Ik ben toch al een hele 14 maanden thuis en op 2 weken na heb ik een heeeeeeeeeeeeel jaar gewerkt.
Dus echt wel hoog tijd dat ik eindelijk nog eens een deel van de wereld ga verkennen.

Deze keer dus Nieuw-Zeeland. Woensdag middag zal ik landen in Auckland. Het is in totaal 22 uur vliegen, 2 tussenstops en 12 uur tijdsverschil.  Het zal er elke dag tussen 20 en 25 gr zijn en de zomer moet nog beginnen. Helaas is er voor de komende dagen ook een verhoogde kans op regen voorspeld. Sommige dagen toch zeker wel 1 mm regen.

Wat zal ik er doen? Net als mijn andere reizen zal ik vnl fietsen en wandelen maar de verhouding zal heel anders zijn. De eerste weken dienen om mijn conditie op peil te brengen. Zal er 600 km fietsen naar het zuiden fietsen en ook 1 of 2 meerdaagse wandelingen doen. Dan half december begint het serieuze werk.
Op het Zuid-eiland wil ik de Te Araroa wandeling doen. Die zal me van het meest noordelijke punt tot het meest zuidelijke punt van het zuideiland brengen. Een tocht van 1500 km (ja, 1500) wandelen over oa. de Nieuw-Zeelandse alpen. Ik moet passen over van bijna 2000 m hoogte en een week wandelen voor ik weer bij een winkel kom waar ik voedsel kan kopen. Dit zal ongeveer 3 maanden duren. Daarna nog enkele maanden de rest van Nieuw-Zeeland verkennen meestal met de fiets. Dan zou ik het grotendeel van Nieuw Zeeland moeten gezien hebben.
Dan is het april-mei en lente hier maar daar dus herfst.

Dan zijn er 3 mogelijkheden :
1) : ik kan naar huis terugkomen, ander werk zoeken en dus werken. (volgens meerdere insiders wordt dit enkel de theoretische optie genoemd)
2) : op uitnodiging van een vriendin doorvliegen naar Vancouver (canada). Der wat verkennen en dan van de west-kust naar de oost-kust fietsen met uitgebreidere bezoeken aan franstalig canada en de oostelijke provincies zoals Nova Scotia.
3) : terug vliegen naar Europa maar dan naar Spanje om dan het Iberisch schiereiland te verkennen met ook meerdaagse wandelingen in de Picos, Pyrineeën,......  Daarna langzaam langs de atlantische oceaan naar Belgie te fietsen.

Natuurlijk kan alles veranderen door omstandigheden maar we zullen zien wat het wordt.

groeten,

nico