donderdag 15 december 2011

Balladonia Track - Nullarbor Plain - Adelaide

Dag allemaal,

Voor ik uit Esperance vertrek, breng ik nog even een bezoekje aan Sammy. (nee, niet die van de voetbal) Dit is de lokale zeeleeuw. Hij heeft ontdekt dat er op de pier veel gevist wordt, later maken ze natuurlijk hun vis proper en hij eet alle afval op die in zee geworpen wordt. Dit is echt the easy life. Meestal ligt hij wat op het strand waar de toeristen foto's van hem nemen.

Ik fiets eerst naar Cape Le Grand NP waar ik 2 dagen wandel in een prachtig omgeving. Het is ook hier dat Lucky Bay ligt. De baai die vorig jaar tot de mooiste van Australie is gestemd.
Helaas komt de zomer korter bij en dus ook de vliegenplaag. Vooral als je door struiken gaat, komen ze en masse op je af. Ze bijten of steken wel niet maar als ze zo over je gezicht kruipen, geeft het toch maar een akelig gevoel. Ze hebben er ook geen probleem mee om in je oren of neus rond te kruipen. Dit is natuurlijk totaal onaanvaardbaar en menig beestje heeft dat met zijn leven moeten bekopen. Der zijn hier mensen die met een muskietennet voor hun gezicht rondlopen. Ook tijdens het eten kun je maar beter oppassen en je mond niet te ver opendoen.
Ook tijdens het fietsen heb ik er bij momenten felle last van maar als er wind is verdwijnen ze wel. Men had me hier voor gewaarschuwd maar ik dacht : ach, ik heb al muggen in Siberie, Scandinavie enz getrotseerd dus dat gaat wel. Dit is toch nog een trapje erger. Vlak voor zonsondergang verdwijnen ze maar ze worden netjes afgelost door de muggen. Iets minder talrijk maar die steken wel. Ik denk dat ik er op een gegeven moment meer dan 200 op mijn rugzak had zitten. Een toerist zei me : die rugzak moet wel zwaar zijn met die 1,5kg vliegen erbij.

Wel, ik heb al verteld van de grote hagedissen. Nu op een camping was er eentje zo gewend geraakt aan de mensen dat naar de picnic tafels kwam en toen zelfs in mijn teen beet. Geen idee waarom : dames, misschien ben ik toch een lekker beest?????
Ik heb dan maar een foto genomen. Om te laten zien hoe groot hij is, heb ik mijn voet ernaast gezet maar dat vond hij niet leuk en toen is met zijn staart beginnen te slaan. Die slagen kwamen wel hard aan.

Het volgend natuurpark is Cape Arid NP. Zeer mooi en groot maar eigenlijk bedoeld voor jeeps. Met jeeps rondcrossen in de verlaten gebieden, woestijnen, stranden enz is een zeer grote hobby hier. Meestal zijn er ook weinig of geen voorzieningen. Dit NP heeft zelfs geen water. Je moet zelf alles mee brengen wat op een fiets natuurlijk niet zo gemakkelijk is. Ben er dan natuurlijk niet in gereden maar heb er toch van genoten. Helaas is wandelen niet zo een hobby en vooral meerdaagse wandelingen kennen ze niet. Met een beetje eigen interpretatie van de regels heb ik er toch een leuk kunnen rondtrekken.

Van hier moest ik wat terug fietsen naar een klein dorpje Condingup. Het heeft een kleine winkel waar ik basisvoeding kan kopen en hier vertrekt ook de Permango Road die overgaat in de Balladonia Track. Als ik deze weg volg, kan ik meer dan 200km
omweg vermijden maar het is eigenlijk alleen bedoeld voor jeeps. Met droog weer is het echter te doen en ik heb nu eens geluk het is droog. De eerste 35km zijn nog geasfalteerd. Daar is immers nog een graansilo. De lokale boeren brengen hun graan naar hier waarna de vrachtwagens het naar een haven brengen. De vrachtwagen zijn wel wat anders dan thuis. Ipv 1 oplegger hebben ze er 2 wat hun dan natuurlijk zeer lang maakt. Ze worden hier "roadtrains" dus "wegtreinen" genoemd.
De baan is hier ook maar 1 rijstrook breed. Sommige roadtrains vertragen en wijken wat uit maar anderen rijden door, claxoneren en verwachten dat jij aan de kant gaat. Dan zit je natuurlijk in de losse zand naast de weg. Helaas zit ik juist in het oogstseizoen en dus veel roadtreins. Na deze grote graansilo's wordt het een gravelweg. Nog 100km voor de Permango Road. Er zijn enkele moeilijke plekken maar eigenlijk gaat het vlot. Ik kampeer op het kruispunt met de Balladonia Track. Dit is een oude aboriginal route die later ook door de eerste blanken werd gevolgd. Van hier is het nog 70 km die me naar de Eyre baan brengt. Deze track is echter heel slecht. Deze 70km kosten me meer moeite dan de 130km op de permango Road. Eens voorbij de graansilo kom ik op 1,5 dag maar 2 auto's tegen. Beiden stoppen en bieden me water en voedsel aan. Ik heb voldoende maar ijskoud water wordt (ze hadden een frigo) in deze hitte wel heel dankbaar aanvaard.

Eyre autostrade is de baan die me door de Nullarbor Plain brengt en die ik nog 1000km (ja, duizend) moet volgen. Stel je er niet teveel van voor. Hij is gemiddeld maar even breed als de baan tussen Stal en Koersel maar dan zonder fietspad.
HIer zijn geen dorpen meer enkel wegrestaurantjes die tegelijkertijd motel\hotel en winkel zijn. Ze liggen soms ook ver van elkaar. 3x is bijna 200km tussen elk restaurant.
Men heeft me verteld dat ik hier (weliswaar enkel basis)voeding kan kopen. Nu blijkt echter dat omdat het verkeer hier op 2 a 3 dagen door rijdt en ze zelf voldoende eten meebrengen er echter bijna niets kan gekocht worden. Brood,ja zeker maar enkel wit brood. We weten allemaal het goed dat een hongerige fietser vult. Choco niet, confituur meestal niet en als ze het verkopen, zijn het die kleine doosje die je bij het ontbijt krijgt. Prijs bijna een halve euro. Ik zal hier ook de staatsgrens oversteken. Van west-australie nr zuid-australie. Aangezien ze hier al veel problemen hebben met ingevoerde ziekten wordt aan deze grens een strenge controle gehouden. Alle het vers fruit, groenten, enz zijn verboden omdat de fruitvliegjes die ziekten overdragen. Gevolg niemand verkoopt dit omdat ze niet bevoorraad kunnen worden of het is te moeilijk. Deze grens is in het midden van de Nullarbor.

Ik word dan ook nog eens geplaagd door een sterke en aanhoudende tegenwind. Er zijn dagen dat ik maar een 70tal km kan fietsen. Alsof dit nog niet erg genoeg is, krijg ik in het Cocklebiddy Roadhouse te horen dat er geen brood is. De vrachtwagen die dit brengt is stuk. Ik heb altijd reservevoedsel bij en gelukkig is het volgende roadhouse niet zo ver. "Maar" 110km. Nu blijkt echter dat 4 roadhouses van de zelfde eigenaar zijn en dus dezelfde vrachtwagen gebruiken. Met veel schrik fiets ik verder maar bij het volgende roadhouse heeft men voldoende brood ingevroren dus geen probleem meer.

Ik krijg de meeste info over dit van Tom. Ja, een echte Vlaming, zelfs een Limburger, van Neerpelt. Hij reist en werkt hier gedurende een jaar. Zit nu 7 weken hier. Heeft geen auto en kan dus niets doen buiten werken. Het is saai zegt hij maar zeer goed om te sparen. Hij zat een beetje door zijn geld heen. Volgende week zit zijn termijn op en kan hij zijn verjaardag in Adelaide vieren.

Nog een feit over de weg : hier is ook het langste rechte stuk weg van Australie. Geen enkele draai of bocht of wat dan ook. De weg gaat enkel wat omhoog of omlaag. Door het verre zicht dat je dan hebt en door optisch bedrog lijkt het echter of die weg altijd vals plat omhoog gaat. Met de tegenwind is dat mentaal wel heel zwaar en ik heb meer dan 1x gevloekt.
Ik laat het aan jullie over om te raden hoelang dat is. De winnaar krijgt een pintje van mij als ik terug ben. Dus reageren maar.
Ik geef nog een hint : soms kan ik een vrachtwagen 45min lang zien aankomen.

En ja, der komt nog een probleem bij. Door de overvloedige regen die ze vorig jaar hebben gehad, (herinner je de overstromingen nog) hebben ze dit jaar een geweldige graanoogst. Dit betekent dat er veel eten is voor de muizen. Ook ingevoerd en dus zonder vijanden. Ze vermenigvuldigen dan extreem snel. Nu de oogst gedaan is, verspreiden ze zich op zoek naar eten. Ook hier in de semi-woestijn. Ik zie er honderden dood liggen op de straat. Doodgereden door het verkeer.
Ik zet mijn tentje op. Neem mijn weinige voedsel mee binnen. Ik slaap nog niet of ze zitten al in mijn rugzak die in mijn voortentje ligt. Aangetrokken door de geur omdat daar meestal wel eten in zit. Ze kruipen over mijn binnentent op zoek naar een opening maar vinden er gelukkig geen. Ik maak soms lawaai en klop het zeil. Ik voel ze eenmaal zelfs wegvliegen.
Ik heb verhalen gehoord van mensen die wakker worden van muizen die over hun gezicht kruipen maar gelukkig komt het zo ver niet.

Op dinsdag, 29 november, verandert het. De wind draait en ik heb een rugwind. Ik doe zonder veel moeite 140km en neem zelfs de tijd om rustig iets te eten in een restaurantje. De dagen ervoor stond ik altijd vroeg op omdat er smorgens geen of weinig wind was. Regelmatig was ik om 6uur al aan het fietsen. Als ik voor het werk zo vroeg op moet,..........


Hoewel Nullarbor staat voor geen bomen is dit zeker niet waar. Ok, er zijn geen bomen van 15m hoog en slechts hier en daar 10m hoog maar het landschap is meestal wel afwisselend. Met wat hier scrub heet. Lage struiken in veel vormen en ook kleuren. Soms lijkend op de heide die wij kennen maar dan niet paars meer blauwgroen. Regelmatig maak ik ook wandelingen rond mijn kampplaats omdat het zo mooi is. 1x ga ik wat te ver van het paadje af dat ik volg en verdwaal. (Het is niet veel meer dan een kangoeroespoor.) Ik vind de "autostrade" en dan mijn tentje terug door me te orienteren op de zon. De zon doet hier wel rare dingen. Komt op in het oosten maar gaat dan niet naar het zuiden maar wel naar het noorden. Immers de zon staat altijd boven de evenaar en die ligt in het noorden. Ik ben er ook zo kort bij de evenaar dat de zon smiddags bijna loodrecht boven me is. Dit betekent dat je er dan niet op kunt orienteren en ook dat er bijna geen schaduw is op de hete dagen. Gelukkig is het ochtend en dus niet echt een probleem. s'Ochtends en s'avonds is het fris en meestal moet ik nog een jas aan doen. Op sommige dagen is het zo warm dat ik mijn tentje niet op zet en gewoon onder de open hemel slaap. Zalig. Natuurlijk niet waar die muizen zitten he. Eenmaal mag ik hier een storm mee. Veel bliksem en donder maar eigenlijk weinig regen. Het is wel een prachtig zicht en kan er een uur lang van genieten.

Soms komt de weg ook zeer kort bij de oceaan. Hier de Zuidelijke Ijszee. Deze streek is wat men The Bight noemt. Het lijkt of er gewoon een stuk van het land is afgebeten. Ik ben hier op 150m hoogte. Zie spectaculaire kliffen, ook enkele prachtige zonsondergangen. De walvissen komen hier in de winter ook paren maar ik ben een maandje te laat om hen te zien.
Ik zie wel vele prachtige vogels. Zeer kleurrijke parkieten en papegaaien. Helaas zijn ze vrij schuw en ik kan bijna geen foto's nemen. Ook arenden leven hier. Helaas zie ik er enkel dood langs de weg liggen en geen in de lucht. Ze jagen op de vogels die daarom tussen de lage struiken blijven. Dan gebeurd het dat ze tegen een vrachtwagen vliegen.
In enkele streken zie ik ook tientallen kangoeroes en dan soms weer dagen niet. Af en toe is er een vlakte die echt boomloos is.

Nog een heel opmerkelijk feit. Elk van die wegrestaurantjes heeft ook een hole. Een hole is een deel van een golfparcours en alle
roadhouses samen hebben dus een golfterrein. Tussen de eerste en laatste hole ligt er dan wel 1200km. Meestal is het niet meer dan een groene mat (die dus gras voorstelt) en enkele honderden meters verder staat er een vlagje tussen de struiken waar dan je bal moet terecht komen. Ik dacht dat dit een "lokale" grap was maar ik heb mensen meerdere malen zien golven.
Een persoon vertelt me zelfs dat hij voor de 8ste (ja, acht) maal dit parcour speelt. Ik ben dus duidelijk nog niet de grootste zot die hier rondloopt.

Er zijn hier vele rustplaatsen langs de weg. Meestal met tafels, soms met WC. Je ontmoet hier bijna altijd mensen en altijd is de sfeer vriendelijk en behulpzaam. Ik krijg meestal water aangeboden, ook koffie, snoep, frisdrank enz. Het is zo dat ik Jay ontmoet. Een Engelse dame die al 40j in Australie woont. Ze is gepensioneerd en reist nu veel. Ik moet haar laten in Canberra op zoeken.
Ook Sabine en Wim leer ik zo kennen. Vlamingen die al 15j hier werken. Nu gaan ze surfen in West-Australie en daar willen ze wel een 4000km lange autorit voor maken. Ze komen immers van Brisbane. Ook hen moet ik later gaan opzoeken. Dus verwacht me nog niet dadelijk terug he.

Op donderdag, 1 december, op 150km van het eerste dorpje hoor ik opeens een luide knak. Onmiddellijk is mijn wiel paraplu.
Ik had eerder al een spaak verloren en nu is de ring waar de spaken aan vastgemaakt worden gedeeltelijk gebroken. 2 spaken staan los en moet ik verwijderen. Een derde is door de hoge spanning afgebroken. Ik mis nu 3 spaken op rij. Hier kan ik er niets aan doen en het worden 150 lange kilometers voor ik een fietswinkel vind. Gelukkig houden al de andere spaken het en word ik heel vlug geholpen. De winkel heeft maar 1 technieker en die is gelukkig aanwezig. Ik moet wel een nieuw wiel kopen. Ik ben nu 940km verder en heb geen problemen gehad dus lijkt het wel goed te komen.
Ik vermoed dat de 10l water die ik meezeulde en die lange gravelwegen er niet bepaald een goede invloed op hadden.

Na Ceduna, dat is dat eerste dorpje, volg ik nog een 100km de kust. Zie prachtige baaien met pelikanen en vogels die op pinguins gelijken. Geniet enorm maar door tijdsgebrek kan ik niet de kust van het Eyre peninsula volgen en steek dwars over. Het is vooral saai landschap met zeer veel graanvelden en enkele kleine dorpjes die langs grote graansilo's zijn gesitueerd. Er is ook een spoorlijn die deze allemaal verbind.
Alle dorpje hebben wel een of meerdere parkjes met een kinderspeeltuin, bbq op gas gratis te gebruiken, tafels enz. Soms mag je er ook gratis kamperen. Het doet er echt niet toe hoe groot de dorpjes zijn dit is er altijd. Soms is het park zelfs groter dan het dorp. Het is hier dat ook nog een kleine hittegolf meemaakt. Temp tot 37gr. Heb enkele dagen een siesta gehouden. Later krijg ik dan ook een onweer over me heen op een wel heel ongelukkige plaats. Ik zet mijn tentje op wat stevige klei. Heb dat al meerdere malen gedaan en dat is gemakkelijk. Door de regen echter wordt die klei snel modder. Ik voel het tijdens de nacht gewoon zacht worden onder mijn tentje. De regen duurt bijna 12uur. Uiteindelijk komt er ook wat water door mijn tentje maar dan stopt de regen. Mijn rugzak en enkele tassen worden wel heel vuil. Het kost me later uren om die weer proper te krijgen.
De laatste 5 dagen heb ik vooral gelezen en gehoord hoe moeilijk de boeren het hier soms hebben met de droogtes enz.
Men noemt deze regio ook : DE DROOGSTE REGIO IN DE DROOGSTE STAAT VAN HET DROOGSTE CONTINENT IN DE WERELD.
Hier is geen toerisme anders zou mijn ervaring zeggen dat het maar een heel valse slogan is. Maar ja, ik ben dan tenslotte ook maar een Belg en waar die zich ook bevinden er zal regen zijn. Ik heb vernomen dat jullie daar deze dagen van kunnen meespreken????

Ik bezoek ook nog het Mount Remarkable NP in de zuidelijke Flinders Range. Een zeer mooie streek maar het valt me wat tegen.
Ik wil hier een meerdaagse wandeltocht doen maar dat is verboden. Te gevaarlijk owv bosbranden. Normaal is deze streek al heel droog en zo mag je van 1 november tot 1 april geen kampvuren aansteken enz. Als je 2 dagen daarvoor zo bent weggeregend, is dat wel moeilijk te aanvaarden. Flexibiliteit is hier van overheidswege ook geen grote troef.

Ik fiets nog 2 lange dagen naar Adelaide die me door hun beroemde wijnregio Claire brengt. Hier is zelfs een tot fietspad omgebouwde spoorweg. Ideaal en prachtig.
Morgen ga ik de stad zelf verkennen. Ben nu in een voorstadje bijna 20km van het centrum. Het voelt aan als een klein dorpje maar ik kan wel genieten van de rust.
Misschien schrijf ik over een paar dagen wel een verslagje over Adelaide.

groeten,

nico

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Peter Bosmans Gokje: 50km!
23 hours ago · Like

Tom Haselaars ik gok op 75 km
22 hours ago · Like

Mark Roosen zei

als de Nico een pintje wilt geven ... 148 km ongeveer (afhankelijk van de zomer en winter :-)

luc zei

ik ga voor 146.6 km

mvg
luc
heb nu al dorst